woensdag 4 maart 2015

ODE AAN ANGEL (2003-2015)

'And, my friend, when I am very old, very sick or badly injured, and will no longer be able to enjoy good health, hearing, and sight, do not make heroic efforts to keep me with you. I am not having any fun. 
Please see that my trusting life is taken gently, I shall leave this earth knowing with the last breath I draw that my fate was always safest in your hands.'

Deze  laatste alinea uit 'A dogs's prayer' - van Beth Norman Harris - stond ons helder voor ogen toen de krachten van Angel, de geliefde viervoeter van onze zoon, snel afnamen. Met medicijnen en goede zorg was tijd gekocht, maar er was geen ontkomen aan; in het belang van onze huisvriendin moesten wij deze erecode respecteren en haar loslaten.

De laatste gang naar de dierenarts in Ermelo was zwaar. Vier mensen, de roedel waarin Angel vertrouwd  en geliefd was, waren overmand door verdriet bij het onvermijdelijke afscheid. Tranen mogen stromen, maar zullen ook weer drogen. Wat blijft zijn de dierbare herinneringen aan een trouwe en karaktervolle huisvriendin, die ons tot op hoge leeftijd zo veel gegeven heeft. 
Dank ook aan de Sterkliniek in Ermelo voor alle goede zorgen tot in haar laatste moment.


Onderstaand een kleine indruk van een idyllisch 'honds' bestaan, vooral over hoe de speling van het lot het verschil kan uitmaken tussen brute afwijzing of liefdevolle opvang. 
Een kijkje in het leven van Angel, trots, trouw, tevreden en ook nog eens beeldschoon. 



'Eigenlijk had ik er stilletjes tussenuit willen knijpen. Maar bij het naderende einde van mijn leven flakkerde er nog eenmaal een vlammetje in mij op en ik bedacht me. Dit is het internettijdperk en waarom zou ik geruisloos verdwijnen zonder mijn footprint blijvend achter te laten?  

Ik was, nee, ik ben Angel, een witte herdershond, maar als je dit leest, ben ik inmiddels het aardse bestaan ontstegen.
Mocht er een hondenhemel bestaan, dan nog heb ik mijn twijfels of die kan tippen aan de liefdevolle omgeving waarin ik geleefd heb. Want dat was voor mij hemel op aarde. 

Mijn idyllisch honds bestaan is nauw verweven geweest met het leven van een kleine groep mensen en samen vormden wij een een soort commune. In mijn taal heet dat een roedel. Dit is een love story, opgetekend door mijn roedel aan de hand van mijn belevenissen en ontelbare foto’s. Het leek mij mooi om dit verhaal met anderen te delen en met een laatste kwispel van mijn staart heb ik dat bekrachtigd.

Valse start en de ommekeer

De eerste maanden van mijn leven beloofden niet veel goeds, maar over die nare tijd wil ik het niet meer hebben. Die is te droevig en past niet in mijn love story. 


Mijn verhaal begint op het moment dat ik 8 maanden oud was. Ik was verwaarloosd en voor de tweede keer achtergelaten in een asiel, voelde me ongewenst en was volslagen in de war. 



Op een dag, terwijl ik stil en verdrietig in een hoekje van mijn hok lag, kwam een groepje mensen mijn richting oplopen. Ik schonk er eerst geen aandacht aan, maar ineens stond daar een grote man naar mij te kijken. 

Tot mijn verwondering boezemde zijn kalme gedrag en vooral zijn vriendelijke ogen mij direct vertrouwen in. 

Hij noemde mijn naam, zakte langzaam door zijn knieĆ«n en begon zachtjes tegen mij te praten. Ik keek hem onderzoekend aan, want ik wist niet wat ik kon verwachten en was in mijn jonge leven al zo vaak teleurgesteld. Maar nu voelde ik mij aangetrokken tot deze man. Hij bleef rustig en wachtte geduldig af wat ik zou doen. Ik stond op, liep behoedzaam naar het hek, snuffelde wat en voelde me een beetje blij worden. 


Big Daddy en ik
Die eerste ontmoeting tussen ons bleek een bijzondere speling van het lot. Daar en toen gebeurde er op slag iets wat mijn leven zou veranderen. 
Oog in oog met elkaar zag de man mijn hunkering naar de vrijheid en hoorde mijn stille roep om liefde. 

Als bij toverslag 
Ineens ging alles razendsnel. De deur van het hok zwaaide open, we begroetten elkaar hartelijk en samen verlieten wij het asiel. Naar buiten, de vrije ruimte in, de frisse lucht en het licht tegemoet. 

Sindsdien is er zoveel gebeurd. Ik ben een bofkont. Ondanks de valse start in mijn leven, kan ik nu - aan het eind van de rit - gelukkig terugzien op een fijn honds bestaan. Maar dat ging niet zonder slag of stoot. Vanaf het moment dat ik opgenomen was in mijn nieuwe roedel heb ik veel moeten leren.
Nu pas bleek waarom ik zo’n lastpak was geweest in mijn eerste levensfase. Ik maakte het direct zo bont in mijn nieuwe thuis, dat het tot irritatie bij mijn roedel begon te leiden. 

Blaffen tegen alles wat bewoog, dat was lachen. Ik kwam soms niet bij van de pret. Met grommen en grauwen joeg ik iedereen de stuipen op het lijf. Luisteren? Dat was voor watjes. Mijn soortgenoten, klein en groot en vooral dat arrogante kattegespuis moesten goed weten dat ik de baas was. Ik vergat daardoor dat ik mijn eigen roedel ook op de kast joeg. Dat werd niet gepikt. Omdat ik steeds tot de orde werd geroepen, begon ik onzeker te worden, ja, zelfs angstig. Zou ik weer weggestuurd worden? Voor de derde keer, terug naar het asiel? Dat zou vreselijk zijn. Ik moest gehoorzamen, werd me gezegd, maar ik wist niet wat dat betekende. Wat deed ik dan fout? Wat moest ik doen en hoe?



Op een dag kwam een vrouw thuis op bezoek. Ik blafte haar op hoge toon toe dat zij hier niet gewenst was. Dat maakte helemaal geen indruk. Integendeel, de vrouw deed of ik niet bestond en ging onverstoorbaar zitten. Zij bleek een hondenfluisteraar te zijn en toen ze eindelijk met mij begon te praten werd ik op slag rustig. 

De bezoekjes herhaalden zich een aantal keren en ik begon het leuk te vinden. Als ze wat tegen me zei, begreep ik meteen wat ze bedoelde en op deze manier kreeg de hele roedel les. Het was net school aan huis. Niet alleen ik, maar de hele roedel moest leren hoe we het samen prettig zouden hebben. Zo begon ik te leren wat regels waren en begreep ik van mijn fluisterjuf waarom ik zo onhandelbaar was. 
"Getraumatiseerd, onaangepast gedrag en niet gesocialiseerd”, zo luidde de diagnose en dat vroeg om een flinke therapie. Het was nog niet te laat om te leren hoe ik mij moest gedragen en de hele roedel zou mij helpen om op het rechte pad te blijven. 

Big-Daddy-Cool

Ouder worden gaat vanzelf, maar luisteren, manieren leren en je onder alle omstandigheden gedragen, daar moet je wat voor doen. 

Zonder mijn nieuwe baas zou het me niet gelukt zijn. Hij is er een uit duizenden die ik niet wilde teleurstellen en dus heb ik erg mijn best gedaan. Natuurlijk, maakte ik nog wel eens vreemde capriolen en moest ik regelmatig gecorrigeerd worden, maar mijn baas verloor zelden zijn geduld. 
Hij deed alles om leren tot een feest te maken en dus maakte ik in een jaar tijd al grote vorderingen. Aan mijn vroegere bazen had ik alleen maar slechte herinneringen, maar nu was alles anders. 

Deze man die mij uit het asiel had verlost bezat natuurlijk gezag en erkende het specifieke trotse karakter van mijn ras. Hij was mijn Big Daddy, kwam uit Amerika en begon mij zelfs meteen tweetalig op te voeden. Hey man, ain’t that cool? Logisch dus, dat ik deze - BIG-Daddy-Cool - eeuwig trouw zou blijven. 

We maakten lange wandelingen en zwemmen was mijn favoriete bezigheid. Ik speelde veel met vriendjes op de hei of in het bos en altijd als we thuis kwamen was er niets mooiers dan moe in slaap te vallen, bij voorkeur aan zijn voeten. Het leven was goed. Ik genoot met volle teugen en op een enkele vergissing na, zoals een vechtpartij waarbij ik een stuk van een oor verloor, kon ik mijn dominante karakter redelijk goed beteugelen.

Met het vorderen der jaren, werd Big Daddy steeds meer in beslag genomen door zijn werk. Toen hij hiervoor ook steeds vaker naar het buitenland moest vliegen en soms dagen weg was, hadden we steeds minder tijd om leuke dingen te doen. 

Inmiddels was de rest van de roedel om andere redenen ook uitgevlogen en dus was ik te vaak en te lang alleen thuis. Hulp werd geboden door de ouders van Big Daddy die een half uurtje van ons vandaan woonden. Ik kon dus gaan logeren. 


Checkpoint Charlie

Zo had ik naast mijn eigen home nu ook een buitenverblijf. Zeven jaar lang heb ik daar wekelijks een paar dagen of langer gelogeerd. 

Op de foto hiernaast zie je mij bij 'Checkpoint Charlie'. Hier waakte ik. Vanaf deze plek kon niets en niemand aan mijn aandacht ontsnappen. 

Meer dan de helft van mijn leven heb ik zo het beste van twee werelden gehad. Thuis was het altijd goed toeven bij Big Daddy en als ik ging logeren werd ik liefdevol opgevangen en bezig gehouden door mijn pleegouders. Ze noemden mij hun partime-buddy. Met hen werd ik vrienden voor het leven en zelfs de confrontatie met hun poes Scooby kon ik aan. 



Daaruit bleek pas goed hoeveel ik in al die jaren geleerd had. Een poes is voor ons honden een raadselachtig schepsel met een onvoorspelbaar gedrag. Ik mocht ze niet, die stiekemerds. 

Menig keer heb ik van poezen die ik achterna zat een flinke jaap over mijn neus gekregen, maar deze keer moest ik gehoorzamen aan de gedragscode van de roedel. In deze roedel stond Scooby in rangorde hoger dan ik en moest ik haar dus voorrang verlenen. Hoewel er nooit vriendschap tussen ons is ontstaan, groeide er toch wederzijds respect, ja zelfs genegenheid voor elkaar.  


Liefdevol einde

Time flies when you're having fun! Natuurlijk voelde ik wel dat de jaren begonnen te tellen, maar toch nog vrij plotseling werd ik strammer en mijn conditie ging rap achteruit. 

De lange wandelingen werden korte stukjes en ik was blij als ik weer kon gaan liggen. In Ermelo bij de dierenarts werd ik helemaal onderzocht en ik moest allerlei pillen gaan slikken. Dat hielp, maar het werd niet meer zoals het was. Toch is het laatste half jaar van mijn leven nog een mooie tijd geweest. 

Rond mijn verjaardag in januari ging langzaam het kaarsje uit. 
De hele roedel en de dierenartsen besloten mijn wens te eerbiedigen om mijn leven niet te rekken als het lijden ondraaglijk zou worden. Afscheid nemen zou verdrietig zijn, maar ik zou heengaan met al mijn geliefden dichtbij me. 



Ik had nog twee wensen. Een was om aan het eind met mijn Buddy-Boy enige tijd afzonderlijk door te brengen. Hij was 10 jaar oud toen ik in zijn leven kwam en we groeiden samen op. De laatste jaren ging hij zijn eigen weg, maar net toen ik begon te kwakkelen keerde hij terug. Dat gaf mij rust en we wisten beiden dat het zo goed was. 

Mijn laatste wens was dat mijn geliefde Big Daddy bij me zou zijn op mijn laatste momenten. Gelukkig is de hond die een baas treft met zo veel liefde, geduld en kameraadschap. Hij en ik hebben elkaars leven verrijkt op een heel bijzondere manier. 

Vaarwel! 
Lang nadat ik afscheid heb genomen, zal mijn footprint zichtbaar en merkbaar blijven. Ik hoop dat de mooie herinnering aan ons leven samen het verdriet wat zal verzachten. 

Ik groet jullie allen!'